Ruggengraat-bekkenreflex

De RBR komt op in de 20e week in de baarmoeder en is aanwezig bij de geboorte. De reflex ondersteunt het geboorteproces door de zijwaartse heupbewegingen die hij oproept. Het helpt de baby om zichzelf door het geboortekanaal heen te bewegen.

Als de onderrug links of rechts van de ruggengraat wordt aangeraakt, heft de heup zich aan die kant tot 45 graden. Het lichaam kromt zich tot een soort banaanvorm waarvan de uiteinden naar buiten wijzen in de richting van aangeraakte flank.

De reflex wordt aangezet door alles wat de flank raakt: strakke elastiek in ondergoed, riem in broek, rugleuning, onverwachte aanraking. Ook wordt deze geactiveerd door geluidstrillingen die zich vanuit het gehoororgaan via de ruggengraat naar beneden verplaatsen. Als de RBR nog niet onder controle is, zijn twee andere reflexen dat vaak ook niet: Perez-reflex en Vollmer-reflex. Die laatste twee zorgen voor de voor- en achterwaartse kanteling van het bekken. Dit trio geeft nog ongeremd aanwezig in alle richtingen juist te veel beweeglijkheid in plaats van stabiliteit en evenwicht.

Met ongeremde bekkenreflexen ervaart het lichaam geen stabiel zwaartepunt en er kan een soort schommelende beweging bij het lopen ontstaan. Dat laatste maakt dat je niet efficiënt kunt lopen, en dus zal het lichaam dit gaan onderdrukken door spieren aan te spannen. De RBR heeft dan ook veel invloed op de spierspanning in de onderrug. Ook heeft de RBR (samen met de Perez-, Vollmer-, en Pulgar Marx-reflex) invloed op de aansturing van de blaas en dus op het bereiken van zindelijkheid.
Indirect heeft RBR invloed op de hormoonregulering in het lichaam.

De RBR komt tussen de 3e en 9e maand na de geboorte onder controle. Als de reflex nog ongeremd aanwezig is, kun je bijvoorbeeld te maken hebben met:

  • rug-, heup- en schouderklachten
  • hormonale verstoringen
  • problemen in verband met zwangerschappen en bevallingen, zoals bekkeninstabiliteit
  • drukke, onrustige, altijd in beweging zijnde en friemelende kinderen en volwassenen
  • concentratieproblemen
  • chaos in handelen en denken
  • piekeren / malende gedachten
  • een hekel hebben aan strakke kleding rond de heupen