Landau Reflex

De Landau-reflex behoort niet tot de groep primaire reflexen, maar wordt een overgangsreflex genoemd. Deze reflex komt op tussen de 3e en 10e week na de geboorte en blijft lang actief. De functie van de reflex is het in actie zetten van alle strekspieren in het lichaam. Met name de spierspanning in borst en bovenlichaam wordt versterkt.

De volle reflexbeweging zie je als de baby in horizontale positie onder zijn buik ondersteunt. Als reactie daarop gaat hij als het ware vliegen: de nek strekt zich, de rug wordt hol en de armen en benen strekken. Wordt de nek weer in een gebogen stand gebracht, dan verslappen romp en ledematen weer.

Het begin van de ontwikkeling van de Landau zie je als een baby vanaf 4 weken het hoofdje op gaat tillen. Een maand later kan hij ook de borst optillen. Dat zorgt ervoor dat hij zijn handen vrij krijgt om voorwerpen te kunnen pakken en naar de mond te brengen. Met 4 maanden worden ook de benen opgetild. Pas na ongeveer 3 jaar is deze reflex volledig onder controle. Het is een belangrijke reflex die betrokken is bij alle ontwikkelingsfasen van liggen tot rechtop gaan staan.

Als de Landau-reflex niet onder controle komt, laat dit onder meer onderstaande klachten zien:

  • lage spierspanning in nek en rug
  • rugklachten
  • hoofdpijn, migraine
  • moeite om lang rechtop te zitten, stil te staan, of lang te kunnen lopen
  • te gespannen beenspieren (knieën vaak op slot, wat leidt tot slijtage)
  • moeite met zwemmen (schoolslag > vanwege onvoldoende strekkracht)
  • concentratieproblemen
  • moeilijk tot leren kunnen komen, aandacht kunnen vasthouden
  • moeite met scherpstellen bij het zien (veraf, dichtbij, diepte, afstand schatten).
  • gevoelig voor depressie (relatie met gelukshormonen)
  • weinig initiatief nemen
  • slecht bij gevoel kunnen komen
  • vaak moe
  • moeite met keuzes maken